Tot voor kort ging men er van uit dat enkel mensen gevoelig zijn voor ongelijkheid in beloningen of geleverde inspanningen voor een beloning. Verschillende studies hebben echter aangetoond dat ook apen hierop reageren. De apen weigerden verder mee te werken als ze zagen dat een andere aap een grotere beloning kreeg voor dezelfde opdracht. Dit effect werd nog versterkt als de andere aap helemaal niets moest doen om zijn beloning te krijgen.
In een recent onderzoek door Range werd onderzocht hoe onze huishond reageert wanneer beloningen ongelijk verdeeld worden of wanneer de ene hond een grotere inspanning moet leveren dan de andere voor dezelfde beloning. 29 honden van verschillende rassen werden gebruikt. De honden werden per 2 getest, waarbij het telkens ging om honden die elkaar kenden. De onderzoeker vroeg de honden om een pootje te geven in 4 verschillende situaties. In de eerste situatie krijgen beide honden een stukje brood voor het geven van een pootje. In een tweede situatie krijgt de testhond een stukje brood en de partner een stukje worst voor het uitvoeren van de taak. In een volgende situatie wordt de testhond niet beloond voor het geven van een poot, terwijl de partner een stuk brood krijgt. In de laatste situatie krijgen beide honden een stuk brood als beloning, maar hoeft de partner hier niets voor te doen.
De resultaten tonen aan dat de aanwezigheid van de andere hond een belangrijke rol speelt en dat de honden beduidend sneller stoppen met een poot geven als ze zelf geen beloning krijgen en hun partner wel (situatie 3). Onder deze omstandigheden vertoonden de geteste honden ook meer stress dan in andere testsituaties. Geen beloning krijgen terwijl je partner wel beloond wordt, lijkt meer stress te geven, dan wanneer je geen beloning krijgt als je alleen bent.
In vergelijking met studies op apen, bleken de honden niet gevoelig voor de kwaliteit van de beloning. Het maakte niet uit dat de partner een stukje worst kreeg en de testhond maar een stukje brood. Ook de geleverde inspanning had geen invloed op het gedrag van de hond (situatie 4). Wanneer de partner geen poot moest geven om het stukje brood te krijgen, bleef de testhond zijn poot geven voor het stukje brood. Bovendien weigerden de honden ook nooit het voer, in tegenstelling tot apen. Uit de resultaten van deze studies blijkt dat er dus wel degelijk een fundemanteel verschil bestaat tussen het gedrag van honden en mensapen, wat mogelijks te verklaren is door lagere cognitieve mogelijkheden bij honden.
Anderzijds tonen de resultaten van deze studie wel aan dat ook soorten die niet tot de primaten behoren, op zijn minst lijken te beschikken over een primitieve vorm van afkeer voor ongelijkheid.
Alhoewel ik de term ‘jaloezie’ persoonlijk toch liever blijf beschouwen als antropomorfisme, eerder dan deze eigenschap aan onze honden toe te schrijven, zijn de resultaten van deze studie misschien wel interessant met betrekking tot de dagelijkse omgang en training van onze honden.
Bij het zoeken op internet naar dit onderwerp, na ook het lezen van de originele studie, viel het mij op hoe zeer de informatie verdraaid en vermenselijkt wordt. Wees dus altijd kritisch als u iets leest en probeer ook het originele artikel te lezen.
Referenties:
Range, F., Horn, L., Viranyi, Z. & Huber, L. (2008) The absence of reward induces inequity aversion in dogs.
http://www.pnas.org/content/106/1/340.full.pdf+html
http://www.kennislink.nl/publicaties/hond-werkt-niet-gratis
http://beteronderwijsnederland.net/files/fusietoets%20megascholen.pdf
http://noorderlicht.vpro.nl/artikelen/41038184/